Orthesiologie

Een orthese is een hulpmiddel om de bestaande teenafwijkingen te corrigeren of pijnpunten te ontlasten. 

Siliconenortheses kunnen voorkomen dat een klacht verergerd of kan ook worden toegepast om geleidelijk te corrigeren naar de oorspronkelijke teenstand. Voor drukontlasting en bescherming wordt er meestal voor een zacht orthese materiaal gekozen.

Een orthese kan toegepast worden bij:

  • Een weke likdoorn tussen de tenen.
  • Drukontlasting bij een hamerteen of klauwteen.
  • Likdoornvorming op de tenen of onder de teenkopjes.
  • Morton neuralgie (is een zenuw beklemming tussen het 3e en 4e middenvoetsbeen.
  • Hallux Valgus (is een vaak pijnlijk scheef staan van de de grote teen richting de kleine teen).

Opbouwen:

Het dragen van een meervoudige orthese per dag opbouwen met 2 uur. Bij een enkelvoudige orthese is dit vaak niet nodig.

Nazorg / controle-afspraken:

  • 1e controle na 1 week
  • 2e controle na 6 weken

Belangrijke informatie:

  • De orthese voorzichtig met 2 handen aan- en afdoen.
  • Draag de orthese alleen overdag in ruime dichte schoen waarin u ook sokken draagt.
  • Was uw orthese dagelijks na het dragen met lauwwarm water en zeep, droog hem daarna af met een zachte handdoek. Daarna bepoedert u de orthese met talkpoeder en bewaar het in een luchtdicht bakje.
  • Leg de orthese niet bij een warmtebron of in de zon neer, hier kan het materiaal van de orthese niet tegen.
  • Dagelijks controleren op drukplekjes, blaren of rode plekken. Bij pijn, roodheid, blaren of irritatie neem dan contact op.
  • De orthese niet gelijk de hele dag dragen, bouw dit rustig op met 2 uur per dag zodat het kan wennen. Na 2 weken mag de orthese geen hinder meer geven.
  • U heeft een orthese aangemeten gekregen, deze moet na één week gecontroleerd worden en vervolgens na vier á zes weken.